zaterdag 11 februari 2017

Het dier is de belichaming van het heden


Via uitzending gemist kijk ik graag naar Winteruur, een korte dagafsluiter van ongeveer 12 minuten, uitgezonden door de Vlaamse televisie (Canvas). Ik ben een late instapper bij dit onweerstaanbaar charmante programma, waarop ik geattendeerd werd door het blog Festina Lente, maar intussen heb ik toch al een flink aantal afleveringen bekeken.

In Winteruur ontvangt Wim Helsen (en zijn hond Boris) een gast die zijn of haar favoriete tekstfragment voorleest en daar vervolgens iets over vertelt. Dat kan van alles zijn, een gedicht, een songtekst, een fragment uit een geliefd boek. Het is een ode aan het geschreven woord en er gaat een enorme rust uit van dit programma, wat natuurlijk mooi meegenomen is zo vlak voor het slapen gaan.


Een mooie aflevering is die met de innemende zanger Guido Belcanto. Hij noemt zichzelf een melancholicus van temperament en zijn fragment is afkomstig van de filosoof Arthur Schopenhauer (1788-1860), die hij de beste non-fictieschrijver aller tijden vindt. De tekst is te vinden in de bundel met de prachtige titel Er is geen vrouw die deugt.

Het fragment: Dieren zijn in een veel grotere mate dan wij tevreden met het bestaan zelf; planten zijn het helemaal, mensen al naargelang van hun stompzinnigheid. Daarom is er in het leven van een dier minder leed, maar ook minder plezier dan in dat van de mens. Dat komt vooral omdat een dier enerzijds gevrijwaard blijft van zorg en bezorgdheid, buiten de pijn die het werkelijk lijdt, en anderzijds ook de hoop niet heeft en zich dus niet van tevoren in gedachten op een blijde toekomst kan verheugen; Dat komt omdat het bewustzijn van een dier tot het waarneembare, en daardoor tot het heden is beperkt: het kent alleen hoop en vrees op korte termijn, met betrekking tot dingen die nú waargenomen kunnen worden, terwijl het bewustzijn van de mens een gezichtsveld heeft dat het hele leven omvat, en zelfs meer dan dat. Maar juist daardoor schijnen de dieren vergeleken bij ons in één opzicht werkelijk wijs te zijn: zij kunnen namelijk kalm en ongestoord genieten van het heden. Het dier is de belichaming van het heden.

Ik heb mijn eigen exemplaarke er even bijgepakt (privé-domein nr. 30) en vind Guido's fragment in uitgebreide versie terug op blz. 34 in het hoofdstuk Over het lijden van de wereld. Lijden dat volgens Schopenhauer ontstaat door verlangen naar wat men juist niet heeft. Hieruit blijkt weer zijn vaak boeddhistische kijk, in een tijd dat dat nog niet zo gebruikelijk was (evenals het verdedigen van dieren trouwens). Het dier mist dit lijden, deze zorgen, vrees en hoop, want het mist reflectie, aldus Schopenhauer.


Guido Belcanto en Wim Helsen zijn het met Schopenhauer eens dat dieren benijdenswaardig zijn, dat zij geen zorgen hebben en altijd volledig in het moment, in het nu, zijn. Maar is dat eigenlijk wel zo? Als we bijvoorbeeld kijken naar een paard, dan kunnen we constateren dat dit dier verwachtingen koestert, een interne klok heeft. Het kijkt ergens naar uit, voornamelijk etenstijd, maar ook naar een weerzien met zijn soortgenoten of verzorger. Dan is het dus met de toekomst bezig en niet totaal in het nu.

Daarnaast geeft het hele verhaal mij een beetje een dubbel gevoel. Aan de ene kant is het fijn dat er inmiddels erkenning is dat ook een dier bewustzijn heeft (in het nu immers). Aan de andere kant wordt er weer aangegeven dat het desondanks redeloze wezens zijn, onvolwaardig en zonder gevoelens enzovoort, waarmee je dus in het uiterste geval zonder gewetensbezwaar van alles kunt uithalen.

Guido Belcanto in Winteruur vind je hier.

Van Arthur Schopenhauer: Er is geen vrouw die deugt verscheen in 2016 een twaalfde druk bij de Arbeiderspers.