maandag 16 januari 2017

Maarten 't Hart: De moeder van Ikabod


Eerlijk gezegd dacht ik na Magdalena (2015) dat Maarten 't Hart een beetje op zijn retour was, maar daar kom ik nu na het lezen van zijn laatste boek De moeder van Ikabod (2016) op terug.

Deze leuke nieuwe bundel bevat verhalen met uiteenlopende onderwerpen, zoals de verkoop van zijn huis in Leiden, een renovatie, een uitvaart, een kerkdienst, een ontmoeting op de markt en een muziekavond bij vrienden. Alle verhalen zouden "nieuw" zijn, maar het eerste verhaal De stiefdochters van Stoof heb ik ook al eens als aparte uitgave kado gekregen.

't Hart heeft soms de neiging tot wijdlopigheid en komt misschien daarom in korte verhalen nog het mooist tot zijn recht. Hij moet dan eerder to the point komen en doet dit zonder daarbij zijn bekende gezellig-montere schrijfstijl in te leveren. Juist in zijn verhalen vind je de voor hem kenmerkende sfeer goed terug. Nostalgie is nooit ver weg. Het zijn vaak tragikomische gebeurtenissen en ontmoetingen met een sterk autobiografisch gehalte, waarbij je de verbazing van de hoofdpersoon proeft. Hij reageert gelaten en lijdzaam op de dingen die hem nu weer overkomen. Het is geschreven in een soort spreektaal en leest daarom prettig en snel weg.

Nederlandse recensenten kunnen daar vaak nogal zuur over doen, Arjan Peters voorop. Als zoveel (gewone) mensen het leuk vinden, kan het nooit literatuur zijn, zal zijn mening wel zijn. Volgens hem heeft het "een hoog Swiebertje gehalte". 't Hart heeft dan ook nooit een belangrijke Nederlandse literaire prijs toegekend gekregen. In Duitsland wordt hij kennelijk beter gewaardeerd, Der Spiegel noemt hem een 'wunderbar altmodischer Erzähler'.

En ja, zijn manier van schrijven en vooral de uitdrukkingen die hij gebruikt hebben iets ouderwets. Vreemd genoeg gebruikt hij vaak woorden waarvan ik dacht dat het typisch Katwijks was. Bijvoorbeeld "waarnemen", maar dan in de betekenis van een gelegenheid benutten of een kans grijpen. In deze bundel kwam ik ook nog "te met" (bijna) tegen en "ik geloof al z'n leven dat.." Waar hoor je dit verder nog? Maassluis en Katwijk lijken misschien meer op elkaar dan je op het eerste oog zou verwachten. Verder is de door 't Hart beschreven refocultuur uit zijn jeugd erg herkenbaar en vergelijkbaar. Alleen dat al maakt zijn boeken aantrekkelijk voor veel mensen uit deze regio. Daar komt bij dat hij hierin veel milder is dan een Wolkers, die schuimbekkend tekeer kan gaan en veel minder zwaarmoedig dan bijvoorbeeld een Siebelink.

Ik ben een groot liefhebber van van zijn boeken en heb, op de twee of drie componistenbiografieën na, alles van hem gelezen. Met de persoon 't Hart heb ik soms iets meer moeite. De drammerig eigenwijze toon als hij het over boeken of vooral over muziek heeft. Het gebrek aan bereidheid om zijn eigen mening bij te stellen, daarin is hij toch meer Calvinist dan hij zelf zou toegeven. Maar daarom wellicht is hij een graag geziene tafelheer bij praatprogramma's, hoewel tegenwoordig weer wat minder.

Lang geleden heb ik de toch bijzonder krenterige 't Hart een keer zo ver gekregen dat hij me een gesigneerd boek toestuurde, afkomstig van zijn eigen zolder, het stof er nog op. Maar dat is een verhaal voor een ander stukje. En jaren daarna bleek mijn lieve ex-collega F. een goede huisvriendin van Maarten 't Hart te zijn, die zelfs in enkele verhalen van hem voorkomt. Zij heeft mij eens aan hem voorgesteld. Waterige blauwe ogen en een krachtige handdruk, van al dat tuinieren natuurlijk.