maandag 16 mei 2016

Rauwe bonen


Mijn ouders hebben in de oorlog nog suikerbieten en bloembollen moeten eten. Dat kreeg ik vaak te horen als ik weer eens weigerde mijn bordje leeg te eten en hun "hongerige kindertjes in Afrika" niet voldoende indruk op mij maakten. Waarschijnlijk een herkenbare situatie voor mijn generatiegenoten in dit deel van Nederland.

Biologiestudent Tom Vorstenbosch doet onderzoek naar wilde planten en ander plantaardig voedsel dat tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland is verzameld en gegeten, vooral in de hongerwinter 1944/1945. Deze week werd er in de Live Sciencezaal van Naturalis een leuke presentatie gegeven, met de resultaten tot nu toe.


Via enquêtes en gesprekken verzamelde Vorstenbosch een schat aan informatie. Er is in die tijd van extreme schaarste echt van alles uitgeprobeerd, bijvoorbeeld paardenbloem en lisdodde. In de stad vingen mensen stekelbaarsjes in de grachten en maakten daar (vanwege de vele graten) viskoekjes van. Groot hoefblad werd gebruikt als surrogaat tabak, en als je een kat had dan kon je die maar beter binnenhouden, anders werd je huisdier door de buren gevangen met een lege ton. Drie keer raden waarom.




Tom Vorstenbosch had enkele voorbeelden van eetbare planten meegenomen en zijn studiebegeleider etnobotanicus Tinde van Andel ging rond met "vreemde soepen". Daar werd nog veel van geproefd, wat natuurlijk niet zo gek was met al die nieuwe wildplukkers in de zaal, die zijn wel wat gewend. Verder waren er voornamelijk biologen komen luisteren, en wat ouderen die als kind de tweede wereldoorlog hadden meegemaakt.

Niet al de genoemde oorlogskost vond ik "raar". Brandnetels bijvoorbeeld (soep en thee) en bramen, die worden in Katwijk van oudsher door veel mensen geplukt in de duinen.