dinsdag 19 november 2013

Vindt Midas Dekkers kale mannen eikels?


Vindt Midas Dekkers kale mannen eikels? Met deze prangende vraag liep ik al enige tijd rond. Ik was namelijk tot deze conclusie gekomen na het lezen van een interview in het blad Maarten! ergens in 2012. Het gesprek kwam op beharing, of het gebrek daaraan, en Maarten van Rossem had hierover (natuurlijk) de meest uitgesproken mening: 'glimmende kale koppen vind ik weerzinwekkend'. Midas Dekkers toonde zich iets gematigder, kaal worden is erfelijk, maar hij vond het wel 'een merkwaardige gewoonte van mannen om zich helemaal kaal te scheren'. Om daar nogal vilein en typisch Midas Dekkers aan toe te voegen: 'Misschien denken ze virieler over te komen door het hoofd het uiterlijk van een eikel te geven'. Ja, Midas mag de mensheid graag plagen.

Wim

Gisteravond gaf Midas Dekkers een lezing in de bibliotheek, en als groot liefhebber van zijn werk was ik daar natuurlijk bij. Het was een vrolijke en leerzame avond met veel anekdotes en biologische details. Dekkers is een geweldige spreker die de aandacht moeiteloos vasthoudt. Zijn praatje was opgehangen aan het thema Nederland leest Erik of het klein insectenboek en hij had voor deze lezingencyclus het gehele oeuvre van Bomans nog eens tot zich genomen.

In de pauze was er gelegenheid om een boek te laten signeren, wat ook een mooi moment bleek om mijn vraag te lanceren. Dekkers keek duidelijk verrast op, toch even sprakeloos, en probeerde zich duidelijk voor de geest te halen waar en wanneer hij dit gezegd zou kunnen hebben. Maar uiteindelijk zat hij weer te glimlachen, zei nog iets over kaalheid en viriliteit en liet de zaak verder diplomatiek en veilig in het midden.


Intussen was wel mooi mijn exemplaar van "Alle Beesten II" gesigneerd. Deel I kwam al eerder aan de beurt, toen ik hem eens in Naturalis in het wild tegenkwam.

Na de pauze was er gelegenheid voor het publiek om vragen te stellen. Een van de aanwezigen vroeg de mening van Midas Dekkers over Freek Vonk, de mediabioloog van een nieuwe generatie. Dekkers bleek niet geheel afwijzend te staan tegenover Vonks nieuwe, snelle benadering van biologie, maar was er duidelijk niet gecharmeerd van. Hij vergeleek daarbij de biologie met een groot orgel met veel registers. Hij trok er daar wat van open en zijn collega's weer andere. De registers van Freek Vonk zou hij dichtlaten, of liever nog: afplakken.